Thursday, March 01, 2012

'Als je maar genoeg mensen vermoordt, komt niemand meer in opstand'



Sacha Kester
vk.nl

Natuurlijk is het een cliché om te zeggen dat de geschiedenis zichzelf herhaalt, maar als je een beetje met de namen husselt, heeft de huidige opstand in Syrië wel erg veel overeenkomsten met die van dertig jaar geleden. 

De president is nu Bashar Assad, in plaats van zijn vader Hafez. 

Het is nu de stad Homs, in plaats van Hama. 

En de elitetroepen die voor eens en voor altijd een einde moeten maken aan de 'opstand van islamitische terroristen', worden nu geleid door Maher, de jongere broer van Bashar, terwijl ze in 1982 werden aangevoerd door Rifaat, de jongere broer van Hafez.
 
Er zijn natuurlijk ook belangrijke verschillen tussen toen en nu. Zo is de huidige opstand begonnen met vreedzame demonstraties van de burgerbevolking, terwijl in 1976 groepen soennitische moslims besloten dat ze niet 'eeuwig geregeerd wilden worden' (zoals ze zelf in 1980 in een manifest schreven) door de Alawieten, de minderheid waar Assad deel van uitmaakt. 

Zij startten een soort schaduwoorlog, en pleegden aanslagen op belangrijke figuren uit het regime, zoals de lijfarts van Assad, het hoofd van het militaire garnizoen in Hama, en de aanklager van Hooggerechtshof.

'Duizend doden per dag'
In 1980 trok broer Rifaat samen met generaal Shafiq Fayad naar Aleppo en omsingelden de stad. Volgens een rapport van Human Rights Watch (HRW) ging Fayad op een tank staan, en verklaarde dat hij bereid was 'om duizend mensen per dag af te maken om de stad te zuiveren van dat Moslimbroedertuig'.  Het beleg duurde een jaar lang, volgens HRW zijn in die tijd tussen de 1000 en de 2000 mensen vermoord, en 8000 gearresteerd.

Het was niet genoeg om de opstand te stoppen en in verschillende steden (waaronder Hama en Homs) werden de markten uit protest gesloten. Duizenden mensen gingen de straat op om te protesteren en ook artsen, advocaten en ingenieurs sloten zich aan bij de stakingen. Honderden van hen werden gearresteerd, gemarteld en geëxecuteerd. Na een mislukte aanslag op president Assad, trok Rifaat met zijn mannen naar de Tadmor Gevangenis in Palmyra, indertijd de belangrijkste plek om Islamisten op te sluiten, en werden in een half uur tijd 500 gevangenen geëxecuteerd.

Definitief einde
De Moslimbroederschap sloeg terug, en pleegde aanslagen op het kantoor van de premier, het hoofdkwartier van de luchtmacht en een rekruteringscentrum van het leger. In februari 1982 kwam de stad Hama openlijk in opstand en Assad besloot dat er definitief een einde moest komen aan de onrust.

Met die opdracht werd broer Rifaat naar Hama gestuurd, en enkele dagen later bestond driekwart van de stad niet meer. Volgens Amnesty International waren er tussen de tien- en de twintigduizend mensen vermoord. De meeste leiders zouden dit aantal 'overdreven' te noemen, maar Assad senior deed het tegenovergestelde: hij schepte op dat er zeker 36.000 slachtoffers waren gevallen en moedigde andere Syriërs aan de platgewalste stad vooral te bezoeken.

'De Hama-regels', doopte journalist Thomas Friedmann deze tactiek in zijn boek Beirut/Jerusalem. 'Laat goed tot de mensen doordringen dat er met jou niet te spotten valt. Dan haalt niemand het meer in zijn hoofd je ooit nog eens uit te dagen.'

Deze keiharde regels werkten dertig jaar lang. Hafez Assad is in 2000 aan een longziekte overleden en zijn zoon Bashar Assad werd met een kleine 97.2 procent van de stemmen tot zijn opvolger gekozen. 

Zachtaardig
In het begin werd nog gedacht dat de zachtaardige Bashar hervormingen zou doorvoeren, maar dat is nooit gebeurd, en nu de bevolking ook tegen hem in opstand is gekomen, blijkt hij akelig veel te hebben geleerd van zijn vader. De inwoners van Homs zijn door de elitetroepen van broer Maher omsingeld, en vrezen dat hen eenzelfde lot wacht als de inwoners van Hama indertijd.

Het is niet te voorspellen of de Hama-regels (als Bashar die daadwerkelijk toepast) nog steeds werken. Zeker, de internationale gemeenschap staat niet te springen om in te grijpen, maar dertig jaar geleden wist de wereld niet eens dat er een slachting plaatsvond. Niemand had een mobiele telefoon, er kwamen geen filmpjes op YouTube en er waren geen buitenlandse journalisten in het land.

Maar het is vooral de vraag of een slachting de Syrische burgers dit keer weer met angst zal verlammen, en in stilte onder het juk van de dictator zal doen voortleven. Of dat de protesten dit keer door zullen gaan, net zo lang tot de bevolking een onbekende, en ongetwijfeld moeizame, nieuwe weg zonder Assad kan inslaan.

No comments: